Wetgeving

Wet- en regelgeving
De wettelijke regelgeving met betrekking tot het gebruik van gordels en kinderzitjes is anders in een taxi. Kinderen kleiner dan 1,35 meter hoeven achterin een taxi niet persé in een kinderzitje of op een stoelverhoger vervoerd te worden. Voorin een taxi is het gebruik van een kinderzitje of stoelverhoger wel verplicht voor kinderen kleiner dan 1,35 meter.

Bij structureel vervoer
Bij structureel vervoer is het aan te raden uw kind wel een stoelverhoger of kinderzitje mee te geven. Wie er verantwoordelijk is voor een stoelverhoger of kinderzitje is afhankelijk van het vervoerscontract waarbinnen gereden wordt en wat daarin afgesproken is. De ene keer is de vervoerder verantwoordelijk maar het kan ook heel goed zo zijn dat u zelf verantwoordelijk bent voor het meegeven van een stoelverhoger, kinderzitje of een fixatiesysteem.

De juiste draagwijze
Wettelijk is bepaald dat – om letsel te voorkomen – een gordel op de juiste wijze gedragen dient te worden. Een goede samenwerking met ouders, verzorgers, scholen en zorginstellingen is dan ook van groot belang.
Soms is het voor de chauffeur moeilijk om het belang van juist gordelgebruik uit te leggen richting het kind of de cliënt. Het gebruik van een pictokaart biedt dan uitkomst.

Wanneer een kind de gordel echt niet wil/kan dragen is schorsing uit het vervoer de enige mogelijkheid.

Wist u dat het CBR  de enige instantie is die gemachtigd is om een ontheffing af te geven voor het dragen van de veiligheidsgordel?

 Voor meer informatie omtrent regels en cursussen kijkt u op: www.taxikeurmerkadvies.nl